De term preter intentionem (ook wel gespeld als praeter intentionem) is een juridische Latijnse uitdrukking die "voorbij de bedoeling" betekent.[1][2] Daarom betekent het plegen van een misdaad ‘praeter intentionem’ [3] dat men een onvrijwillige misdaad heeft gepleegd die ernstiger was dan de misdaad die men beoogde.[4][5][6][7]
Het Nederlandse strafrecht voorziet in de categorie van "misdaden die worden gekwalificeerd door het resultaat",[8] waarbij de dader onvrijwillig een ander en ernstiger misdrijf pleegt dan het beoogde misdrijf.[9] Eén daarvan is het misdrijf van dodelijk letsel bedoeld in art. 302 c.2 DPC,[10][11] door de leer van de rechtsvergelijking geïdentificeerd als een typische moord gepleegd "praeter intentionem":[12][13] de agent wil het slachtoffer alleen schade toebrengen, maar veroorzaakt uiteindelijk onvrijwillig de dood van laatstgenoemde.[14][15] Voor doodslag bepaalt de Nederlandse wetgever dat de strafmaximum wordt verhoogd van 8 naar 10 jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie (tweede lid).[16][17] Opgemerkt moet worden dat het Nederlandse strafrecht geen bewijs van nalatigheid van de onopzettelijke dood van het slachtoffer van kwaadwillig letsel verlangt,[18] maar gebruik maakt van het model van risicoaansprakelijkheid (afgeleid van de leer van ‘versari in re illicita’):[19][20] de dader van de kwaadwillig letselschade wordt veroordeeld voor een dood die zonder opzet is veroorzaakt,[21] als dit causaal verband houdt met het bovengenoemde vrijwillige letselschadegedrag.[22][23][24]